“Meneer, u bent veel te laat. We wilden bijna weggaan, ik heb geen zin meer in deze les.”
Ik reageer: wie ben jij om mij aan te spreken op mijn gedrag? Ik wijd er nog een paar zinnen aan en ik zie het gezicht van de jongen betrekken... Ik start met mijn les, maar het zit me niet lekker... Ondertussen denk ik na over wat hij zei maar vooral ook over de manier waarop ik reageerde. Wat maakte dat ik reageerde zoals ik reageerde? Opeens weet ik het, zijn opmerking was raak. Was het eerlijk van me om zo te reageren op hem? Na de uitleg zoek ik hem op en vertel ik hem dat mijn reactie niet goed was. Ik geef woorden aan mijn gevoel en ik zeg hem dat ik achteraf blij ben met zijn opmerking en dat hij mij wat geleerd heeft.
Wie leert er meer: de leerling of de docent?
De jongens van klas 3 staan in werkkleren rond de werkbank, ze krijgen een instructie in het bouwlokaal. Wat een aandacht en concentratie. Er gebeurt iets. Even daarvoor waren ze allemaal zelf bezig achter hun werkbank met hun gereedschap. Prachtig om dan eens te vragen wat ze aan het doen zijn. Prachtig om dan te zien dat het vakmannen zijn.
Wie heeft het lastig: de leerling of de docent?
En dan die examenklas. Een paar weken voor het examen komen er 7 van de 24 leerlingen met jas aan het lokaal binnen. Een confrontatie volgt. Dit kost veel tijd en energie, die ik graag anders zou willen benutten. Lastig voor mij als docent. Maar diezelfde leerling heeft al vele keren die dag gehoord wat hij wel of wat hij juist niet moet doen. Lastig voor die leerling. Een paar hebben het thuis heel moeilijk...
Wie geniet er meer: de leerling of de docent?
Wat is het mooi om met jonge mensen op te trekken. Wat is het mooi om ze een vak bij te brengen. Wat is het mooi om naar ze te luisteren als niemand meer luistert. Wat is het mooi om die duim omhoog te steken op het moment dat er een mooi moment is. Wat is het mooi om een knipoog uit te delen aan leerlingen die het moeilijk hebben. Wat is het mooi om zo te leren van elkaar.
- Bastiaan van der Kooij - docent wiskunde